Er was een kleine kans maar juist dat maakte mij zo gedreven.

Er was een kleine kans maar juist dat maakte mij zo gedreven.

18 januari 2021 1 Door Susanne

Deze foto maakt mij emotioneel.

Er was een kleine kans maar juist dat maakte mij zo gedreven.

Overal lees je en hoor je dat kinderen met het downsyndroom meer moeite hebben met borstvoeding. Door hun (meestal) grote tong, verminderde spierspanning en verminderde reflexen hebben ze meer moeite om aan te happen. Toen de diagnose Avsd erbij kwam gedurende mijn zwangerschap leek mijn kans op borstvoeding helemaal verkeken. 

Tegen iedereen zei ik dan ook ‘ik ga het proberen maar lukt het niet stop ik ermee en weet ik dat het niet aan mij ligt’.

Toch zei ik in mijn hoofd iets heel anders.

Al vier kindjes daarvoor had ik borstvoeding gegeven en ik ken mijn lichaam op mijn duimpje. Ik heb altijd een goede melkproductie en als mijn toeschietreflexen eenmaal op gang zijn spuit het eruit en heeft ze de spierspanning alleen maar nodig om te slikken.

Als ze mijn borst niet zou pakken dan zou een fles haar zeker niet lukken vertelde ik mezelf. Met deze houding ging ik dan ook de bevalling in. Doodsbang was ik dat ze haar meteen van mij zouden wegnemen en ik de kans niet zou krijgen haar aan te leggen.

Mijn bevallingsverhaal hebben jullie kunnen lezen. Ik trok haar bijna letterlijk uit  de armen van de zuster om haar direct aan te leggen. 

Ik heb dit al vier keer eerder gedaan dus ik weet als geen ander hoe het aanleggen moet. Ze deed even moeilijk, hield haar tong tegen haar gehemelte en had moeite met een grote hap nemen maar daar ging ze. Na een paar keer haar kin verder open duwen, wachtend tot ze haar tong liet zakken drukte ik die tepel in haar mond en daar ging ze. 

Ze dronk en dat maakte mij zo extreem trots. 

Ik heb het op dat moment bijna uitgegild van vreugde. Mijn borsten deden ook meteen wat ze moesten doen en begonnen met melk aanmaken. 

Op dag twee had ik al stuwing en dit heb ik nog nooit zo snel gehad. Ook mijn borsten hadden een soort bewijzingsdrang.

Borstvoeding is niet alleen iets lichamelijks maar ook iets psychisch. 

Seppe had na de geboorte een suikerdip en moest aan een glucose infuus waarna ik hem steeds voor en na de borstvoeding moest wegen. 

Natuurlijk was hij steeds net niet genoeg aangekomen en dreigden ze steeds met bijvoeden. Seppe was gewoon misselijk na de geboorte en wilde minder drinken en dan het liefst om de twee uur maar het ziekenhuisprotocol is om de drie uur. 

Dus daar zat ik op dag drie, totaal ingestort door de druk van de weegschaal terwijl zijn suiker na die ene dip nooit meer was gezakt, te huilen. Ze hebben toen ook de weegschaal weggehaald en mij om de twee uur laten voeden en dit ging gewoon goed. Pas op dag vijf toen ik naar huis mocht ontstond er stuwing.

Pas toen ik weer in mijn eigen vertrouwde omgeving was en ik gewoon weer mocht vertrouwen op mijn lichaam gingen mijn borsten pas aan.

Borstvoeding is voor mij dus ook duidelijk psychologie. Als ik onzeker word gemaakt over mijn productie gaat deze ook zeker omlaag. 

Deze keer was ik dan ook vastbesloten dat niemand mij onzeker ging maken en dat was duidelijk te merken. Niemand die mij nog iets ging vertellen en zo lag ik er ook bij. Pippi is nauwelijks afgevallen en groeide bijna meteen. 

Natuurlijk begrijp ik dat ik als ze mijn eerste was geweest dit waarschijnlijk nooit zo was gelukt omdat je alleen al door de verhalen vooraf onzeker wordt gemaakt. Dat als ze niet meteen had aangehapt of als mijn borstvoeding rustiger (zoals bij mijn eerste) op gang kwam ik ook weer onzeker werd. Maar niet deze keer. 

Laat je nooit vooraf al onzeker maken maar heb vertrouwen in je eigen lichaam.