Opgegroeid aan de overkant van de rivier
Zo klein als ik was ging ik mee varen met mijn vader en zijn broers. Samen met familie op vakantie met de boot waren de leukste vakanties.
Schommels maken in bomen, achter de boot hangen met een plank en zelf varen in kleine rubberbootjes. Als je wilde wassen moest je een zak met water in de zon leggen en hopen dat hij was opgewarmd als je wilde douchen. Het waren niet de luxe vakanties maar wel de leukste. Met zijn allen ‘s avonds aan het kampvuur en spelletjes spelen. Later werden de bootvakanties ingeruild voor vliegvakanties maar de echte avonturen beleefde je aan de overkant.
Nog steeds met zijn allen een boot en elk jaar ruzie als hij moet worden schoongemaakt maar het voelt als jeugdsentiment en ik wil dat mijn kinderen meegeven.
Daar waar hier alle speeltoestellen een keurmerk moeten hebben is aan de overkant de natuur één grote speeltuin en mag je hutten bouwen.
Mijn broertjes zijn de grootste kinderen en moeten er nu weer een waterscooter bij. Leuk om even een rondje mee te varen maar geef mij maar gewoon de boot om heerlijk te tuffen door de Biesbosch met wat lekkers. En als we weer een goede oppas vinden weer een avond wakeboarden want misschien ben ik zelf ook stiekem nog een klein kind.